Schilderijen Schilderstijlen
Overzicht van schilderstijlen in Nederland vanaf de middeleeuwen tot heden.
Tot de 17e eeuw | Religieuze schilderkunst: analfabeten konden de geschiedenis lezen en zo kennis nemen van het geloof. De kerk was de grootste opdrachtgever voor schilderijen. |
17e eeuw | Gouden eeuw: hoogtijdagen voor de Nederlandse schilders als Rembrandt van Rijn, Frans Hals en Jan Steen. Zij schilderden voornamelijk zeer gedetailleerde realistische landschappen, stillevens en portretten van edelen, vaak met een allegorische (moralistische) ondertoon. |
1672 | Rampjaar luidt zo ongeveer het einde in van de Gouden Eeuw. |
Eind 17e/ 18eeeeuw | Economisch gaat het matig, de groeiende bevolking heeft voornamelijk belangstelling voor topografische landschappen en stadsgezichten. |
18e / begin 19e eeuw | Schilderwerk werd als realistische achtergrond gezien; opkomst van aquareltekenen; behangschilderijen; portretkunst voor de adel. |
1e helft 19e eeuw | Romantische School: Herstel van de onafhankelijkheid luidt een rustige sociale periode in; fijn schilderen in de 17e-eeuwse trend word weer populair; |
2e helft 19e eeuw tot begin 20e eeuw |
Haagse School: Opkomst fotografie maakt natuurlijk weergeven overbodig; Onder invloed van de Franse School van Barbizon wordt vrijer geschilderd en ligt de nadruk op het weergeven van sfeer: impressionisme. |
Begin 20e eeuw | Abstracte Kunst: “de beste manier om een sfeer weer te geven is door je niet te laten afleiden door wat voor vormgeving dan ook”. Piet Mondriaan is hiervan een voorbeeld. |
Jaren ’30/’40 | Door de economische terugval (wereldcrisis) raken de moderne kunstrichtingen “uit” en heeft de toegenomen bevolking belangstelling voor eenvoudige sfeervolle ouderwetse realistische schilderijen. |
Begin 20e eeuw | Impressionisme gaat over in expressionisme, het gaat niet meer om het schilderen van de sfeer van een omgeving, maar de manier waarop de kunstenaars dit uiten. De CoBrA- beweging is hiervan een voorbeeld. |